Sadomasochisme: strafbaar of niet?

Heden ten dage brengt voor heel wat mensen het toebrengen en/of ondergaan van pijnprikkels in de vorm van het seksuele spel een bijkomend genot teweeg. Het is niet verwonderlijk dat dergelijke praktijken vroeg of laat voor de strafrechter kunnen eindigen. Het behoort aan de strafrechters toe om onafhankelijk te oordelen over wat toelaatbaar is en wat bestraft moet worden.

Sadomasochisme: juridisch gezien

In eerste instantie wordt de toelaatbaarheid van sadomasochisme niet uitdrukkelijk geregeld in het strafwetboek. Het sadomasochisme is een aspect van seksualiteitsbeleving. Het bevindt zich daarom op de delicate scheidingslijn tussen het recht op privacy (Art. 8 EVRM) en het recht op fysieke en mentale integriteit.

In België kan sadomasochisme enerzijds bestraft worden op basis van een inbreuk op de lichamelijke integriteit (opzettelijke slagen) in de zin van artikel 398 Strafwetboek en anderzijds op basis van een inbreuk op de zedelijkheid (ontucht en prostitutie) in de zin van artikel 379 e.v. Strafwetboek.

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens stelt dat een inperking van het recht op privacy (art. 8 EVRM) kan toegestaan worden en de lidstaten hun onderdanen hierin mogen inperken, indien aan de vereisten van legitimiteit, noodzakelijkheid en proportionaliteit ten aanzien van het maatschappelijk doel voldaan worden.

Of en indien bepaalde sadomasochistische praktijken strafbaar zijn hangt bijgevolg in grote afhankelijk van de strafrechtelijke verdediging ten aanzien van de rechter, die over een grote beoordelingsmarge beschikt.

In het verleden werd sadomasochisme in België reeds bestraft op basis van ontucht en prostitutie en op basis van opzettelijke slagen. Het ene is onlosmakelijk verbonden met het andere. Een bepaalde sadomasochistische handeling kan niet gezien worden als ontuchtig, maar geen slagen en verwondingen uitmaken en omgekeerd.

Hoe beslist men tussen sadomasochisme en strafbaar feit?

Indien België op basis van deze twee wetsbepalingen sadomasochistische handelingen gaat bestraffen, is de inmenging op het recht van privacy volgens artikel 8, lid 2 EVRM gerechtigd indien deze inmenging een legitiem doel voor ogen heeft, noodzakelijk is en proportioneel is ten aanzien van het vooropgestelde doel (3 toetsen).

Legitiem doel

In het verleden oordeelde het EHRM reeds (Laskey-zaak) dat de gezondheid als een legitiem doel kan gezien worden. Ook de persoonlijke autonomie en dus de wil van het “slachtoffer” kan gezien worden als een legitiem doel tot inmenging (Aurouseau-zaak).

In bepaalde gevallen moet de bescherming van de gezondheid als legitiem doel genuanceerd worden. Deze reden wordt immers veelvuldig als dekmantel gebruikt wanneer er geen sprake is van blijvende letsels en wanneer bijna nooit medische verzorging nodig was. Indien dit legitiem doel van “potentiële schade” aanvaard zou worden, zouden ook gevaarlijke sporten strafbaar gesteld kunnen worden.

Noodzakelijk

Aan de noodzakelijkheidstoets wordt voldaan wanneer sprake is van ernstige lichamelijke of psychische schade. Daarnaast is ook aan de noodzakelijkheidstoets voldaan door redenen van bescherming van de wil van het “slachtoffer”.

Proportioneel

Tenslotte kan een inmenging van de Belgische overheid als proportioneel gezien worden in het licht van de ernstigheid van de feiten.

Maatschappelijke evolutie

Het is duidelijk dat de visie over sadomasochisme met de maatschappij mee-evolueert omwille van de bestraffing aan de hand van “ontucht” en “opzettelijke slagen en verwondingen” . Deze termen krijgen namelijk een geheel autonome interpretatie in het licht van de hedendaagse samenleving. Wat vroeger als ontuchtig gezien werd, zal nu misschien aanvaard worden en omgekeerd.

Besluit

De bestraffing zal echter enkel gerechtvaardigd zijn in het licht van het recht op privacy wanneer echt sprake is van ernstige lichamelijke en/of fysieke schade of wanneer de wil van het “slachtoffer” niet geëerbiedigd wordt.

Moeilijker wordt het echter om lichte vormen van sadomasochistische praktijken op basis van een correcte juridische motivering niet te bestraffen.

Heeft u hierover vragen of wordt u verdacht van een dergelijk feit, aarzel dan niet om ons te contacteren op het telefoonnummer 03/369.28.00 of op info@bannister.be.