
25 okt Waarom victim-blaming absoluut niet the way to go is in zedenzaken
De recente rechtszaak waarin een Maaslandse huisarts werd veroordeeld tot 30 maanden cel voor de aanranding van een patiënte, illustreert op schrijnende wijze de verwoestende gevolgen van victim-blaming. Ondanks de ernst van de feiten probeerde de huisarts de verantwoordelijkheid af te schuiven op het slachtoffer door te beweren dat hij werd verleid. Dit is een klassiek voorbeeld van victim-blaming, waarbij de dader de schuld probeert te verschuiven naar het slachtoffer in plaats van verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen gedrag. Deze verdediging bleek echter niet overtuigend in de rechtszaal en onderstreept hoe schadelijk en ineffectief victim-blaming kan zijn in gerechtelijke procedures.
Wat is victim-blaming?
Victim-blaming, zoals duidelijk naar voren komt in deze zaak, is het fenomeen waarbij de verantwoordelijkheid voor een misdrijf of misbruik bij het slachtoffer wordt gelegd in plaats van bij de dader. De huisarts beweerde bijvoorbeeld dat hij door de vrouw werd verleid, terwijl hij haar ongewenst betastte tijdens een huisbezoek. Door te insinueren dat het slachtoffer de situatie uitlokte, probeerde hij de aandacht af te leiden van zijn grensoverschrijdende gedrag. Dit is een klassieke manier om verantwoordelijkheid te ontlopen en roept ernstige vragen op over de ethische integriteit van de dader, zeker in een machtspositie zoals die van een arts.
Victim-blaming: schadelijk en onrechtvaardig
Victim-blaming heeft niet alleen ernstige gevolgen voor het slachtoffer, maar is ook juridisch riskant, zoals deze zaak aantoont. De rechtbank was duidelijk: het argument van de huisarts dat hij door zijn patiënte werd verleid, werd verworpen. De Tongerse rechter oordeelde dat de arts zijn verantwoordelijkheid probeerde te verdoezelen door zijn slachtoffer af te schilderen als een seksueel promiscue persoon. De uitspraak van de rechter weerspiegelt dat dergelijke verdedigingsstrategieën niet alleen misplaatst zijn, maar ook getuigen van een gebrek aan inzicht in de ernst van het misdrijf.
Dit soort schuldafschuiving is typerend voor secundaire victimisatie, waarbij slachtoffers opnieuw trauma ervaren doordat hun verhaal in twijfel wordt getrokken of hun schuld wordt aangewreven. De advocate van de vrouw, meester Manon Cop, benadrukte dat de dader zijn verantwoordelijkheid als arts en vertrouwenspersoon volledig had beschaamd. Deze aanval op het karakter van het slachtoffer, in plaats van verantwoording af te leggen voor zijn daden, toont hoe destructief victim-blaming kan zijn. Het zorgt ervoor dat slachtoffers niet alleen de directe gevolgen van het misdrijf moeten verwerken, maar ook te maken krijgen met een tweede vorm van slachtofferschap wanneer hun verhaal wordt geminimaliseerd of verdraaid.
Het gevaar van victim-blaming in de rechtszaal
Deze zaak bewijst dat victim-blaming vaak contraproductief is in de rechtszaal. De huisarts probeerde zijn gedrag te rechtvaardigen door het slachtoffer te beschuldigen van het uitlokken van de situatie. Dit soort verdediging maakt niet alleen het leed van het slachtoffer groter, maar wordt ook juridisch steeds vaker afgewezen. In de uitspraak benadrukte de rechter dat de arts “zijn slachtoffer probeerde af te schilderen als een seksverslaafde nymfomane om zijn eigen op seks beluste gedrag te vergoelijken.” Dit toont aan dat het gerechtelijke systeem steeds meer weerstand biedt tegen verdedigingsstrategieën die gebaseerd zijn op victim-blaming.
Daarnaast leidt victim-blaming niet alleen tot juridische afwijzing, maar ook tot secundaire victimisatie, waarbij slachtoffers opnieuw worden gekwetst door het systeem dat hen juist zou moeten beschermen. Het slachtoffer in deze zaak werd na de veroordeling van de arts emotioneel en barstte in tranen uit, wat laat zien hoe diep het leed zit. Deze vorm van secundaire victimisatie versterkt de psychologische schade die het oorspronkelijke misdrijf heeft veroorzaakt en kan leiden tot langdurige gevolgen zoals angststoornissen, depressie en posttraumatische stress.
Waarom victim-blaming niet werkt
Het voorbeeld van deze zaak benadrukt dat victim-blaming, zowel vanuit juridisch als maatschappelijk oogpunt, nooit de juiste weg is. Het zorgt er niet alleen voor dat slachtoffers opnieuw slachtoffer worden van hun dader en hun omgeving, maar ondermijnt ook het vertrouwen in het gerechtelijk systeem. Slachtoffers die geconfronteerd worden met schuldafschuiving, kunnen terughoudend worden om aangifte te doen of hun verhaal te delen, uit angst dat zij niet geloofd zullen worden of dat hen de schuld in de schoenen geschoven wordt. Dit creëert een cultuur van stilte rond seksueel misbruik en geweld, waarin daders vaker ongestraft blijven en slachtoffers zonder gerechtigheid achterblijven.
Conclusie: Victim-blaming ondermijnt gerechtigheid
Victim-blaming is een gevaarlijk fenomeen dat slachtoffers van seksueel geweld en misbruik verder traumatiseert en verhindert dat gerechtigheid wordt gediend. Zoals de zaak van de Maaslandse huisarts aantoont, leidt het afschuiven van de schuld naar het slachtoffer niet alleen tot secundaire victimisatie, maar ook tot een juridisch zwakke positie in de rechtszaal. De rechtbank heeft duidelijk gemaakt dat daders verantwoordelijk zijn voor hun daden, ongeacht de context of de dynamiek tussen dader en slachtoffer.
Het is essentieel dat zowel de maatschappij als het gerechtelijk systeem blijven inzien dat victim-blaming nooit de juiste weg is. Slachtoffers verdienen steun, bescherming en gerechtigheid – en zeker niet de beschuldiging dat zij verantwoordelijk zouden zijn voor het geweld dat hen is aangedaan.